Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [42]allen, die rondom hem zijn [tot] zijn hulp, en al zijn [43]benden zal Ik in [44]alle winden verstrooien; en Ik zal [45]het zwaard achter hen uittrekken. 42. Te weten die den koning Zedekia in zijne vlucht vergezelschapten. Zie de vervulling hiervan 2 Kon.25:5. Versta ook de Egyptenaars, die den koning tevoren in de belegering te hulp gekomen waren; Jer.37:5; idem die na den dood van Gedalia in Egypte gevlucht waren; Jer.42:16,17,18, en Jer.43:5,6,7, enz. 43. Het woord betekent eigenlijk vleugelen, en hier benden en scharen van krijgsvolk. Alzo onder hfdst.17 vs.21, en hfdst.39 vs.4. 44. Zie boven hfdst.5 vs.10. 45. Zie boven hfdst.5 vs.2.